Op de wijngaard is het daarentegen redelijk rustig. Er vallen alleen wat mussen van het dak van de warmte, maar die temperatuur is goed nieuws voor de druivenplanten. Eindelijk, na een koud en nat voorjaar, kunnen ze flink groeien. De planten zijn een maand en retard, maar daar lopen ze nu langzaam wat van in.
Toch moeten we rekening houden met een late oogst dit jaar, zegt Pascal, onze regisseur. Voor de Biomerlot houdt hij het nu op 20 oktober. “Maar je weet nooit”, benadrukt hij, “er kan nog van alles gebeuren. Straks is wellicht de druk van schimmels zo groot dat we eerder moeten oogsten en wat minder rijpe druiven voor lief moeten nemen.”
Inmiddels is door het warme de ondergroei weer opnieuw flink opgekomen, dus nu kan bij de voetjes van de druivenplanten de tweede en soms derde ondersnoei worden gedaan. Een voor een gaan de 35.000 plantjes opnieuw door onze handen.
We zijn niet ontevreden over wat we daarbij zien. De Chardonnay heeft veel en prachtige trossen en ook de Cot en de Cabernet franc doen het goed. Met de Merlot is het altijd een beetje tobben omdat de bevruchting en druifvorming erg gevoelig zijn voor het weer tijdens de bestuiving en vruchtzetting. Inmiddels zijn we wel wat gewend en het lijkt het eindproduct uiteindelijk nauwelijks te beïnvloeden.
Groeizaam weer is het nu dus: warm met af een toe een onweersbui. Hagel, zoals in de Bourgogne, is ons tot nu bespaard gebleven, maar de wind neemt af en toe wel flink toe. Dat hoort bij dit gebied, maar het is wel lastig voor het aanbrengen van sulfaat tegen meeldauw. “Dat moet dan maar midden in de nacht”, verzucht Pascal, die al menig keer met de ver-stralende koplampen aan op de trekker heeft gezeten. “Je doet wat moet,” zegt hij.
De wind is wel goed tegen schimmels, want eventueel vochtige trossen worden schoon en droog geblazen. Om dat te stimuleren hebben we op de Biomerlot en de Chardonnay aan de kant van de ochtendzon bladeren weggehaald. Niet te veel, zodat de druiven niet verschroeien, maar voldoende om ze extra droog te laten worden en te laten ‘doortochten’. Met de hand, al klauwend door het gebladerte, trekken we blad weg. We blijven lopen, anders trekken we er teveel vanaf. Het is een methode die Pascal charmeert en die hij ook op zijn eigen velden toepast. Misschien koopt hij over een paar jaar wel een machine die deze effeuillage voor ons doet, zegt hij.
Voorlopig is het hier handwerk wat de klok slaat.