En dan is er toch weer de droogte die de oogst dit jaar bedreigt.
Na een natte winter en een koel voorjaar leek er lange tijd niets aan de hand in de streek, zeker niet op de hooggelegen heuvels van Bellevue. De nachtvorst die in april voor grote schade zorgde in de Bourgogne en in de Bordeaux, en ook in Languedoc verlies van jonge vruchtjes veroorzaakte, ging aan de deur van Malepère voorbij. Mei en juni brachten voldoende vocht, niet te veel (risico op de meeldauw-schimmel) en niet te weinig (droogte).
Volgens de boerenwijsheid van Arzens en omstreken valt er rond 14 juli een flinke onweersbui vallen, en zo niet dan toch uiterlijk 14 augustus, maar beide bleven dit jaar uit. Onze druiven konden lang interen op de vochtvoorraad in de bodem, maar nu zien we de eerste verschijnselen van droogtestress: krullende bruine bladeren en zachtjes krimpende druiven. Op zichzelf niet zo erg – ‘blad zat’ zou je kunnen zeggen - maar begin deze maand begonnen we ons toch zorgen te maken over de afrijping en de laatste procentjes suiker die nodig zijn voor fijne wijn.
Maar vorig weekend viel dan op de valreep de flinke bak regen. Vooral de Chardonnay-planten profiteren ervan en zorgen zich snel en zonder problemen vol. Zulk ‘water bij de wijn’ zal in de editie 2021 wel een iets lager alcoholpercentage geven maar dat kunnen we goed hebben. De laatste drie jaargangen (vooral 2018 en 2019) zat de Chardo behoorlijk hoog.In de Cot (Malbec) pakt de plensbui minder goed uit. Cot heeft een heel dun schilletje en na de buien staan de druiven op knappen. Trossen kunnen uit elkaar klappen alleen al door de trillingen van de oogstmachine. Zo erg wordt het niet, maar de allengs vervroegde oogstdatum resulteert wel in een nogal lage alcoholgraad. En anders dan bij de wit en rosé streven we bij onze rode wijn juist naar wat meer alcohol.