03 juni 2023

Doorbuffelen met late-voorjaarswerk

Net als het vroege-voorjaarswerk van februari en maart is het mei- en juni-werk een vast ritueel. Het is onder wisselende weersomstandigheden doorbuffelen.

Draden omhoog brengen om de fragiele uitlopers te ondersteunen en te beschermen tegen de wind. De draden zo strak mogelijk aanspannen. Takken tussen de draden brengen. Voorzichtig een clipje plaatsen, omdat de draad later vaak nog een etage omhoog kan.

Wat ook iedereen kan dromen, is het in gebukte houding weghalen van de uitlopers direct aan het voetje van de planten. Deze scheuten dragen geen druiven en vormen slechts een steppingstone voor meeldauw die vanuit de bodem op weg wil naar de lekkernij bovenin de planten. We doen deze ondersnoei ‘haasje-over’ met twee of drie mensen in een rij, zodat je steeds even rechtop lopend je rug kunt strekken. Hup, weer een rijtje af.

Hakkuh, hakkuh, puf, puf

We proberen al deze voorjaarswerkzaamheden zoveel mogelijk af te wisselen om de eentonigheid te breken en de spieren te ontzien. Maar op een gegeven moment blijft alleen het zwaarste ritueel over. We noemen het ‘hakkuh, hakkuh, puf, puf’: op haast Afrikaanse landbouwwijze hakken we met een pikhouweel onkruid als bramen, kweekgras, vijfvingerkruid, zuring, kaasjeskruid en allerlei ander onkruid vrij rond de planten. Distels proberen we er zo veel mogelijk met lange penwortel en al uit te trekken of te steken, uiteraard met een handschoen.

En dan zijn er ook nog de huis, tuin en keukenklusjes, zoals ramen lappen, helofytenfilter schoonmaken, gras maaien en maaisel afvoeren, kersen plukken, snoeien.

Vier teams ontfermden zich dit jaar gedurende ruim vier weken non-stop over al dit werk. Duizendmaal dank dus aan Elly, Riet, Ria, Gerda; Liesbeth, Piep, Caroline, Wenny; Marian, Sonja, Ineke, Jorie.