22 december 2022

Compost over de jonge Cot

Als we na ruim twee maanden te zijn weggeweest, vlak voor Kerst, weer op de wijngaard belanden, is het idioot zonnig en windstil weer. We lunchen met een zonnehoedje op het terras. De thermometer wijst 28 graden aan.

De wijngaard is al grotendeels gesnoeid. Verderop zijn de akkers ingezaaid met de eiwitrijke wikke (familie waartoe ook de veldboon behoort), een ideaal streekeigen veevoer. Ook de gerst steekt zijn groene strengeltjes al op.

In de rijen tussen de wijnstronken is een mengsel van haver, radijs en wikke gezaaid. De kleine plantjes halen stikstof uit de lucht en zetten het om in nitraat dat de wijnplanten kunnen gebruiken voor hun groei. In het voorjaar worden ze omgeploegd en dienen ze als een compost.

Dichterbij huis blijken tot onze verrassing de grote hopen tuinafval, vooral redelijk recent grasmaaisel, door bacteriën al omgezet in zwarte compost. En zo zijn we net als in december 2020, in december 2019 en in oktober 2018 voor de vierde keer met kruiwagens compost in de weer.

Dit keer was de piepjonge cot de gelukkige. De negen bomvolle kruiwagens bleken vandaag genoeg voor een flinke schep op de helft van de plantjes. En passant verplaatsten we de compostbedden en zaagden overhangende takken weg om meer regen op de broeiende hopen te krijgen. Ook mengden we de overgebleven, nog niet volledig gecomposteerde grassen met aarde en met de gft-bak, waarop we steeds de grote hoeveelheid schillen storten van de groenten die de Bellevue-gangers eten. Zo hebben we mogelijk al deze zomer weer een nieuwe ronde voor de andere helft van de jonge cot.

Dit werkje geeft altijd een heerlijk ‘circulair’ gevoel.