
De ranken bloeien met een fijne lelietjes-van-dalen-geur. De planten bevruchten zichzelf en er beginnen minuscule ‘trosjes’ te ontstaan -- eerst van druifjes ter grootte van speldenkoppen, dan van langzaam groeiende knikkers. Dit jaar kunnen ze het doen zonder tegenwerking van regen of sterk schommelende temperaturen.