De snoei
Het belangrijkste werk in een wijngaard in de winter is zonder twijfel de snoei van de druivenstruiken. Vrijwel alle takken van het afgelopen seizoen worden zonder pardon afgeknipt. Als de laatste trossen zijn geplukt, vaak nog in oktober, kan een wijnboer even genieten van een korte periode van rust op zijn gaard. (Maakt hij zijn eigen wijn dan is het in de kelder uiteraard een drukte van belang).
Half november gaan de bladeren vallen. Daarmee eindigt de fotosynthese en de productie van suikerrijke sappen. De plant gaat in winterslaap. Dat is het signaal voor de boer om zijn snoeimes en takkenschaar uit het vet te halen.
In onze streek, de zuidwestelijke Languedoc, snoeien ze alles weg op drie uitlopers na. De belangrijkste beslissing is om de stevige jonge tak te kiezen en die op zes tot acht ogen te snoeien. Als het goed is, ontspruit uit deze uitloper – die bij ons “baguette” (inderdaad, stokbrood) wordt genoemd – volgend jaar zes tot acht nieuwe uitlopers, waaraan van onderaf de trossen druiven komen te hangen. De twee andere uitlopers zijn korter en bestaan uit twee ogen. “Coursons” (kortjes) heten deze reservetakken.
Theoretisch is het niet zo moeilijk, maar in de praktijk is het een hele opgave om te beslissen. De baguette moet zich altijd onder de onderste ijzerdraad bevinden en het mag nooit de oude baguette zijn. Hij moet niet te stug zijn, maar ook weer niet te slap. Ga d´r maar aan staan in de wirwar van kale takken, waar een uitloper soms van twee buren verderop afkomstig blijkt. De coursans moeten altijd onder de baguette zitten, mogen niet naar beneden en niet dezelfde richting wijzen en niet het gangpad ingroeien, en zitten dus bij voorkeur links en rechts van de stam.
Abdelhak, de man die voor ons de 30 duizend planten snoeide in de begintijd en vooral ook AbdelSlem, die sinds 2006 de scepter zwaait over de snoei, draaien hun hand er niet voor om voor deze op het oog complexe beslissingen. Razendsnel snoeit Abdel met zijn elektrische snoeimes ongeveer 75 planten in een uur. Een tempo waar wij niet aan kunnen tippen.
Maar dat hoeft ook niet. We krijgen er steeds meer slag van. Grofweg snoeit Abdel de jongste helft van de wijngaard en nemen wij de oudere helft voor onze rekening.
De ramasse
Al het gesnoeide hout dat zich vaak helemaal in het ijzerdraad heeft verstrengeld, moet eruit. Deze ramasse is een karwei dat ons beter ligt. Meestal in de krokusvakantie werpen we ons op dit werk, samen met vrienden en bekenden die ons in equipes een handje komen helpen.
We trekken de takken los, met kracht en ook met beleid om de baguette niet beschadigen. We gooien de takken in de middenrij. Het snoeisel van twee rijen komt in één middenpad, want dat scheelt de helft van het aantal tractorbewegingen.
In maart komt namelijk een trekker met een partij akelige messen erachter die het snoeisel verhakselt tot spaanders en de zaak de wijngaard in blaast. Nog later worden de snippers onder de zoden geploegd.
De pallisage
Als alle gesnoeide takken zijn verwijderd en de baguette fier op de stam staat, komen de (meest) mannen met de palen en de draden. Ze controleren de acaciahouten paaltjes die om de zes wijnranken in de grond geslagen zijn.
Zo´n paaltje kan gebroken zijn of verrot doordat het steeds wisselende waterpeil het op zichzelf superduurzame hout in contact brengt met zuurstof en bacteriën. In dat geval vervangen we het paaltje en timmeren het nieuwe exemplaar er staande op een kratje met een sleg in.
We brengen ook nieuwe krammen en spijkers aan waar de ijzerdraden op rusten. Is het ijzerdraad gebroken, dan vervangen we ook de draad. Hetzelfde geldt voor de hoekpalen, die de spanning van de hele rij moet opvangen. Dat gebeurt door middel van een enorme tentharing (amare) waarvan we er intussen ook al vele hebben vervangen.
De pallisage vormt in feite het corset waarop alle wijnranken rusten, zich vastgrijpen en de soms harde wind weerstand. Gevleugelde uitdrukking op Bellevue: ‘C’est la pallisage qui gere la vigne et pas comme avant la vigne qui gere la pallisage’ (het zijn de palen en draden die de wijngaard leiden en niet andersom, zoals voorheen).
Behalve de onderste porteur (op 70 cm van de grond) zijn er dus op nog twee hoogtes ijzerdraden gespannen. Bovenop ligt de “file fixe” – de vaste draad – die vooral van belang is voor de eerste vier jaar als de jonge plantjes rechtop worden geleid.
Ongeveer 35-40 cm boven de porteur bevindt zich de “balladeur”, die aan weerzijde van elke paal loopt en daarom ook wel “telefoondraad” wordt genoemd. Deze balladeur kan van zijn haakje worden genomen en op de grond worden gelegd. In juni wordt hij er weer opgelegd en leidt dan in één klap alle wilde jonge uitlopers keurig netjes recht omhoog. De mechanische snoeimachines scheren vervolgens twee à driemaal in juli en augustus over de ranken heen en snoeien de verste uitlopers af.
De attache
Is de pallisage goedgekeurd dan brengen we de draden op spanning. We trekken alle ijzerdraden aan. Bij de onderste draad (porteur of drager) gebeurt dat met een slimme tang die een katrolletje doet bewegen waarna de draad zich aanspant. Ook de beide balladeur-draden, die van hun haakje kunnen worden gehaald, trekken we zo strak mogelijk aan. Tenslotte spannen we zelf met de hand de hoogste draad, de fil fixe.
Dan volgt de attache, het vastmaken van de baguette op de porteur, een geduldig werkje dat we ook helemaal zelf uitvoeren. Meestal gebeurt het door vele equipes van vrouwen.
Ze buigen de baguette voorzichtig en wikkelen hem enkele malen om de porteur. Eenmaal vastgebonden met een plastic clipje is de rank in het voorjaar instaat om de kleine uitlopers uit de ogen te laten ontspruiten.
90 duizend handelingen
In de wintermaanden moet een wijnboer dus minstens vier keer over zijn akkers voor al dit handwerk, waarvan elke plant al drie individuele behandelingen ondergaat. Eerst snoeien, dan ramasseren en ten slotte attacheren. Het is het meest arbeidsintensieve werk op de wijngaard. Op de 7,5 hectare van Bellevue staan een slordige 30.000 planten. Dat zijn dus al 90 duizend handelingen, samen ongeveer 5 minuten per plant, dus 2500 uur ofwel ruim 300 werkdagen.